Nieuwsbrief 1 juni 2023

Inkomstenbelasting

 

Eigen woning gaat niet naar box 3

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen over het belasten van de eigen woning in box 3 beantwoord. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een analyse van de woningmarkt door De Nederlandsche Bank en een rapport van het Internationaal Monetair Fonds over de belastingheffing van vermogen in Nederland.

De staatssecretaris is niet van plan om de eigen woning naar box 3 te verplaatsen. De aangekondigde hervorming van box 3 naar een stelsel van heffing over werkelijk rendement is zeer complex. De wijze waarop andere onroerende zaken dan de eigen woning in dat stelsel zouden moeten worden belast is nog onduidelijk. De staatssecretaris vindt het beleidsmatig niet logisch om de eigen woning nu naar box 3 over te brengen. Daar komt bij dat de staatssecretaris werkt aan een visie op de eigenwoningregeling. Naar verwachting kan die in 2024 gepresenteerd worden.


Lees meer  
 

Omzetbelasting

 

Intracommunautaire verwerving auto door particulier

Een particulier, die in een andere lidstaat van de EU een nieuwe auto koopt, verricht in zijn woonland voor de omzetbelasting een intracommunautaire verwerving. Een auto is nieuw als deze binnen zes maanden na de eerste ingebruikname aan hem wordt geleverd of als de auto maximaal 6.000 kilometer heeft afgelegd. Er is sprake van een levering voor de omzetbelasting als de feitelijke beschikkingsmacht van de auto is overgegaan.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant diende te beoordelen of terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting is opgelegd aan een particulier wegens een intracommunautaire verwerving. Volgens de rechtbank heeft de belanghebbende de feitelijke beschikkingsmacht over de auto direct verkregen. De auto is weliswaar geleverd aan een Duitse ondernemer, maar direct verhuurd aan de belanghebbende. Deze had ook een recht van koop. De contracten zijn zo opgesteld dat de belanghebbende na zes maanden de auto kocht en dat het volledige risico bij hem lag. De belanghebbende heeft het aankoopbedrag aan de Duitse ondernemer geleend. Volgens de rechtbank heeft de belanghebbende de macht verkregen om als eigenaar over de auto te beschikken.

De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of een verwerving van een nieuwe auto heeft plaatsgevonden in Nederland. Gelet op de woonplaats en de nationaliteit van de belanghebbende en het gebruik en het onderhoud van de auto in Nederland, is het volgens de rechtbank van meet af aan de bedoeling geweest om het duurzame eindgebruik plaats te laten vinden in Nederland. Dat brengt mee dat de auto intracommunautair is verworven door de belanghebbende in Nederland. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht aan de belanghebbende opgelegd.


Lees meer  
 

Arbeidsrecht

 

Wet invoering minimumuurloon in Staatsblad geplaatst

Op dit moment kent de Nederlandse wetgeving nog geen uniform wettelijk minimumuurloon. Het minimumuurloon is een afgeleide van het wettelijk minimumloon, dat per maand wordt vastgesteld. Het uurloon is afhankelijk van het aantal uren dat in een sector wordt gewerkt. Daar komt verandering in door de Wet invoering minimumuurloon. Deze wet is in het Staatsblad geplaatst. De wet wijzigt onder meer de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enkele wetten op het gebied van de sociale verzekeringen.

De wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, vermoedelijk per 1 januari 2024.


Lees meer  
 

Kamervragen lonen en winsten

De minister van SZW heeft Kamervragen beantwoord over de verhouding tussen winsten van bedrijven en de lonen. Het vaststellen van lonen is in eerste instantie een zaak van werkgevers en werknemers. De winsten van bedrijven zijn het afgelopen jaar sterk gestegen. Het kabinet roept werkgevers op om de lonen te laten stijgen als daar ruimte voor is. Volgens het kabinet is die ruimte er en wordt die ook benut, aangezien de lonen momenteel fors stijgen. Het Centraal Planbureau verwacht dat de lonen de komende jaren harder zullen stijgen dan de consumentenprijzen. De president van De Nederlandsche Bank verwacht dat de winstmarges van bedrijven zullen dalen.

Volgens de minister was de economie in 2022 oververhit. De vraag naar goederen en diensten was groter dan het aanbod. Dat heeft een prijsopdrijvend effect. Hogere prijzen leiden tot een afname in koopkracht van huishoudens, maar remmen ook de vraag naar goederen en diensten. De minister geeft aan dat er meerdere verklaringen mogelijk zijn voor het ontstaan van of bijdragen aan inflatie dan het streven naar hogere winsten. Het kan zijn dat de markt niet goed functioneert. Een andere mogelijkheid is dat bedrijven prijzen verhogen vooruitlopend op toekomstige kosten of uit onzekerheid over de toekomst. De minister verwacht dat over enige tijd duidelijk zal worden in hoeverre winstgedreven inflatie een blijvend of een tijdelijk fenomeen is. In augustus kijkt het kabinet naar het lastenbeeld en de koopkracht en zal waar nodig maatregelen nemen.


Lees meer  
 

Formeel recht

 

Geen cassatie uitleg correctiebeleid Belastingdienst

De staatssecretaris van Financiën heeft toegelicht waarom hij geen beroep in cassatie instelt tegen uitspraken van Hof Amsterdam over het correctiebeleid van de Belastingdienst. Dat beleid houdt in dat geen correctie wordt aangebracht als het daarmee gemoeide belastingbedrag minder dan € 225 beloopt. Volgens het hof brengt een redelijke uitleg van het correctiebeleid mee dat dit ook geldt als de inkomenscorrectie meer dan € 500 bedraagt. De staatssecretaris vindt de uitleg van het hof niet onbegrijpelijk en in lijn met een arrest van de Hoge Raad over de grenzen bij navordering. In dat arrest ging het om een inkomenscorrectie van meer dan € 1.000 en een te betalen belastingbedrag van minder dan € 450. De Hoge Raad oordeelde dat in het kader van het correctiebeleid dan geen navorderingsaanslag mag worden opgelegd, behoudens bij kwade trouw of repeterende onjuistheden. De staatssecretaris verwacht dat de Hoge Raad de uitleg van Hof Amsterdam over het correctiebeleid bij het opleggen van een reguliere aanslag zal volgen.

De staatssecretaris zal op korte termijn meer duidelijkheid verschaffen over het correctiebeleid.


Lees meer  
 

Tijdstip ingebrekestelling

In een procedure over het in rekening brengen van betekeningskosten bij het uitvaardigen van een dwangbevel heeft de Hoge Raad een uitspraak van Hof Den Bosch vernietigd.

Het hof was van oordeel dat de ontvanger geen dwangsom hoeft te betalen voor het niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift. De ingebrekestelling is volgens het hof voortijdig, namelijk voor het aflopen van de beslistermijn, gedaan. Het hof ging daarbij uit van de datum van verzending. De Hoge Raad merkt op dat niet de datum van verzending maar de datum van ontvangst van de ingebrekestelling bepalend is voor het antwoord op de vraag of een ingebrekestelling te vroeg is gedaan.

De belanghebbende bestreed in cassatie het oordeel van het hof dat de ontvanger een aanmaning tot betaling aan hem heeft verstuurd. Het hof nam genoegen met een verzendrapport van de ontvanger. Daaruit blijkt dat een partij documenten is aangeboden aan twee postbedrijven ter verzending. Het verzendrapport zou deel uitmaken van deze partij. Niet duidelijk is aan welk postbedrijf de aanmaning is aangeboden. Als het hof van oordeel is dat dit niet van belang is voor de beoordeling of de aanmaning is verzonden, berust dat op een onjuiste rechtsopvatting. Als het hof van de juiste rechtsopvatting is uitgegaan, had het oordeel nader gemotiveerd moeten worden.

De Hoge Raad heeft het bezwaar tegen de betekeningskosten gehonoreerd. Omdat de ontvanger de verzending van de aanmaning niet aannemelijk heeft gemaakt, had hij geen dwangbevel mogen uitvaardigen. Dat betekent dat de ontvanger ook geen kosten voor het betekenen van het dwangbevel in rekening had mogen brengen. Voor wat betreft de dwangsom heeft de Hoge Raad de procedure verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling.


Lees meer  
 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.