Ondernemingswinst
Nieuw besluit totaalwinst onderneming
De staatssecretaris van Financiën heeft vijf besluiten over totaalwinstbepaling van ondernemingen samengevoegd in een nieuw besluit. Ten opzichte van de vorige besluiten is het nieuwe besluit op een aantal punten inhoudelijk aangepast. De inhoudelijke wijzigingen bestaan uit:
- Het onderdeel ‘keuzeherziening, bijzondere omstandigheid bij huwelijk met mede-eigenaar’ is aangepast aan de per 1 januari 2018 doorgevoerde wijziging van de wettelijke gemeenschap van goederen.
- Verduidelijking van de reikwijdte van het compromisvoorstel over waarde woning bij overbrenging naar privé. Dat is niet alleen van toepassing op de woning zelf, maar ook op daarmee verbonden rechten als een opstalrecht.
- Schrappen van een alinea uit het antwoord over de kwijtscheldingswinstvrijstelling bij verjaring omdat het ten gevolge van jurisprudentie geen toegevoegde waarde meer heeft.
- Schrappen van het antwoord op de vraag of het voor de kwijtscheldingswinstvrijstelling voldoende is dat sprake is van niet voor verwezenlijking vatbare rechten van de schuldeiser. Dit standpunt heeft ten gevolge van jurisprudentie geen toegevoegde waarde meer.
- Bevestiging van een eerdere toezegging dat de kosten van kerstpakketten niet onder de aftrekbeperking voor algemene kosten vallen.
- Verduidelijking van de berekening van de gebruiksvergoeding voor bezittingen in box 3 als gevolg van de wijzigingen in het box 3-stelsel.
Arbeidsrecht
Recht op billijke vergoeding bij voorgewende ontslagreden
Een werknemer kan in een procedure over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst verzoeken om een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever.
Een werkgever heeft met toestemming van het UWV de arbeidsovereenkomst met een secretaresse opgezegd vanwege bedrijfsbeëindiging. De arbeidsovereenkomst is per 1 juni 2022 geëindigd. Er volgde een procedure bij de kantonrechter, waarin de werkgever is veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding, vakantiegeld, achterstallig netto loon en reiskostenvergoeding. De werkgever is tevens veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente en de wettelijke verhoging van 50% over de loonbestanddelen.
De werkgever is tegen de beschikking van de kantonrechter in hoger beroep gegaan. Hof Den Haag heeft het hoger beroep afgewezen. In incidenteel beroep heeft de secretaresse verzocht om een hogere transitievergoeding. Bij de rechtbank is geen rekening gehouden met de vakantietoeslag. Het hof heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van een hogere transitievergoeding van circa € 24.800, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2022.
De secretaresse heeft daarnaast verzocht om toekenning van een billijke vergoeding omdat de werkgever zijn bedrijf niet heeft beëindigd. De werkgever heeft ter zitting in hoger beroep bevestigd dat van bedrijfsbeëindiging nog geen sprake is. Op grond van een door de werkgever gegeven onjuiste voorstelling van zaken heeft het UWV toestemming gegeven om de arbeidsovereenkomst met de secretaresse op te zeggen. De werkgever heeft hiermee ernstig verwijtbaar gehandeld. De secretaresse heeft na twee maanden werkloosheid een nieuwe baan gevonden. Het hof heeft de inkomstenderving over die periode berekend op € 1.485 bruto. Gelet ook op de ernstigeverwijtbaarheid heeft het hof een billijke vergoeding van € 2.000 toegekend aan de secretaresse. De werkgever is veroordeeld in de kosten van de procedure.
Maatregelen voor de arbeidsmarkt aangekondigd
De minister van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer een pakket maatregelen voor de arbeidsmarkt aangekondigd. De maatregelen zijn de weerslag van afspraken die zij met vakbonden en werkgeversorganisaties heeft gemaakt. Het doel van de maatregelen is om werkenden meer zekerheid te geven en tegelijkertijd werkgevers de nodige flexibiliteit te geven.
Arbeidscontracten
Oproepcontracten verdwijnen en worden vervangen door basiscontracten voor het aantal uren waarvoor werkenden ten minste standaard worden ingeroosterd. Nulurencontracten worden verboden. Werknemers met een basiscontract moeten boven het vastgelegde aantal uren een aantal uren beschikbaar zijn voor de werkgever. In totaal mag het aantal uren niet meer dan 130% van het basisaantal bedragen. De werknemer krijgt het recht om buiten de vooraf bepaalde en vastgelegde beschikbare uren een oproep van de werkgever te weigeren.
Het is de bedoeling dat het basiscontract onder de lage WW-premie valt als het gaat om een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Contracten met een jaarurennorm blijven mogelijk.
Wie werkt via een uitzendbureau krijgt na 52 gewerkte weken een contract met meer zekerheid. Om concurrentie op arbeidsvoorwaarden door uitzendwerk te voorkomen moeten alle arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten ten minste gelijkwaardig zijn met die van het eigen personeel. Nu is dat beperkt tot het loon en overige vergoedingen en arbeids- en rusttijden.
Ketenregeling
Een keten van tijdelijke arbeidscontracten wordt onderbroken door een tussenliggende termijn van zes maanden of langer. Straks geldt dat als een werknemer drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever heeft gehad, hem pas na vijf jaar een nieuw contract mag worden gegeven. De langere onderbrekingstermijn zal ook gelden bij uitzendwerk. De mogelijkheid om bij cao af te wijken van de duur van en het aantal contracten vervalt.
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Voor zelfstandigen komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze verzekering gaat gelden voor alle zelfstandigen, zowel met als zonder personeel en hun meewerkende partners. Het uitzonderen van zelfstandigen met personeel zou de uitvoerbaarheid van de regeling bemoeilijken. Dga’s en resultaatgenieters vallen niet onder de verplichte verzekering. De groep resultaatgenieters is zeer divers en heeft vaak andere inkomsten naast het resultaat uit werkzaamheid. Een verplichte verzekering lijkt geen meerwaarde te hebben voor resultaatgenieters. Volgens de minister is het op korte termijn niet haalbaar om binnen de groep dga’s de dga’s zonder personeel af te bakenen van de dga’s met personeel.
De wachttijd van de verzekering bedraagt één jaar. Zelfstandigen kunnen via een private verzekering een kortere wachttijd regelen. De te verzekeren uitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende inkomen tot aan de grens van 143% van het wettelijk minimumloon. De premie voor de verzekering bedraagt naar schatting 7,5 tot 8% van het inkomen tot de maximale premiegrondslag.
Het is de bedoeling dat begin 2024 een wetsvoorstel wordt ingediend ter invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Langdurige arbeidsongeschiktheid
Werkgevers met niet meer dan 100 personeelsleden kunnen na één jaar ziekte van een werknemer duidelijkheid krijgen over structurele vervanging. De re-integratie in het tweede jaar zal zich in principe richten op werkhervatting bij een andere werkgever. Werkgever en werknemer kunnen gezamenlijk vaststellen dat re-integratie bij de eigen werkgever niet meer in de rede ligt. Komen zij daar onderling niet uit, dan kan de werkgever het UWV vragen om een beoordeling. De werkgever blijft ook in het tweede ziektejaar verantwoordelijk voor de loondoorbetaling en voor het verloop van het re-integratieproces. Mocht de werknemer in het tweede jaar herstellen, dan heeft hij het recht om zijn eigen functie weer te vervullen mits deze niet duurzaam is ingevuld.
Crisisregeling
Er komt een crisisregeling personeelsbehoud voor werkgevers, die worden getroffen door een buiten het ondernemersrisico vallende crisis of calamiteit. Met deze regeling kan de werkgever werknemers tijdelijk op een andere plek in het bedrijf aan het werk zetten. De werkgever kan ervoor kiezen om werknemers minimaal 20% minder te laten werken, zonder verlies van hun WW-rechten. Over het aantal niet-gewerkte uren betaalt de werkgever 80% van het loon. Het totale loon van de werknemer mag niet meer dan 10% dalen. Het loon van de werknemer mag niet lager uitkomen dan het wettelijk minimumloon. De werkgever kan een tegemoetkoming van 60% voor de loonkosten van de niet-gewerkte uren aanvragen. Deze mogelijkheid moet voorkomen dat werkgevers door een crisis of calamiteit personeel moeten ontslaan. Werkgevers kunnen gedurende maximaal zes maanden gebruik maken van deze regeling.
Bezorgers in dienstbetrekking
Volgens het Burgerlijk Wetboek is sprake van een arbeidsovereenkomst als de ene partij zich verbindt om in dienst van de andere partij tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Om vast te stellen of een overeenkomst een arbeidsovereenkomst is, moet aan de hand van de Haviltexmaatstaf worden beoordeeld welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen. Als deze rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, moet de overeenkomst als zodanig worden aangemerkt. De intentie van partijen is voor deze kwalificatie niet van belang.
Omstandigheden als de aard en duur van de werkzaamheden en de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald kunnen een rol spelen in de beoordeling. Dat geldt ook voor het al dan niet bestaan van een verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren, de wijze waarop de beloning wordt bepaald en of degene, die de werkzaamheden verricht, daarbij commercieel risico loopt.
Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
Hof Amsterdam heeft enige tijd geleden geoordeeld dat bezorgers van Deliveroo werken op basis van een arbeidsovereenkomst. De overeenkomst was aangeduid als overeenkomst van opdracht. Deliveroo was het met dit oordeel niet eens en tekende beroep in cassatie aan. Deliveroo wees op de vrijheid van bezorgers om opdrachten niet aan te nemen of zich te laten vervangen bij het uitvoeren van werkzaamheden.
Volgens de Hoge Raad sluit de vrijheid om opdrachten al dan niet te aanvaarden op zichzelf het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uit. Of ondanks deze vrijheid is voldaan aan de vereisten voor een arbeidsovereenkomst hangt af van de verdere omstandigheden van het geval. In het bijzonder is van belang wat geldt indien een betrokkene wel verschijnt en een opdracht aanvaardt. Ook de frequentie waarmee en de duur waarvoor dat doorgaans geschiedt zijn van belang.
De vrijheid om zich te laten vervangen is ook niet onverenigbaar met het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Deze moet worden bezien in het licht van alle omstandigheden van het geval. Aan de hand van de omstandigheden heeft het hof vastgesteld dat bezorgers in het algemeen geen aanleiding zullen zien hun werk anders dan incidenteel door een ander te laten verrichten. De daadwerkelijke betekenis van de vervangingsclausule is voor de bezorgers gering.
Het oordeel van het hof dat sprake is van arbeidsovereenkomsten geeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en is voldoende gemotiveerd.
Subsidies
Tegemoetkoming hoge energieprijzen blokaansluiting
De regeling van het prijsplafond voor energiekosten werkt niet goed voor blokaansluitingen. Dat zijn collectieve aansluitingen op het gas-, warmte- of elektriciteitsnet. Voor deze groep huishoudens is de Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen uitgewerkt. Deze regeling geldt zowel voor zelfstandige als onzelfstandige wooneenheden.
De tegemoetkoming voor het eerste half jaar bedraagt voor:
- zelfstandige wooneenheden met blokgas of blokwarmte € 786,45;
- zelfstandige wooneenheden met blokelektriciteit € 731,13;
- onzelfstandige wooneenheden met blokgas of blokwarmte € 329,28; en
- onzelfstandige wooneenheden met blokelektriciteit € 307,63.
Bij huishoudens met zowel blokverwarming als blokelektriciteit worden de twee bedragen bij elkaar opgeteld. Huishoudens met blokelektriciteit worden met een extra tegemoetkoming van € 380 voor zelfstandige en € 160 voor onzelfstandige wooneenheden gecompenseerd voor de gemiste tegemoetkoming energiekosten over november en december 2022.
De regeling wordt in april in de Staatscourant geplaatst. Naar verwachting kunnen aanvragen vanaf 25 april worden ingediend.
Formeel recht
Standpunten kennisgroepen Belastingdienst openbaar
De Belastingdienst heeft 26 kennisgroepen, die op hun eigen beleidsterrein rechtsvragen en andere vraagstukken behandelen. Met ingang van 30 maart 2023 maken alle kennisgroepen van de Belastingdienst hun standpunten openbaar. De vragen en antwoorden vanaf 2022 zijn op de website kennisgroepen.belastingdienst.nl te raadplegen. Door de publicatie wordt duidelijk hoe de Belastingdienst denkt over de fiscale vragen die aan de kennisgroepen zijn voorgelegd. De publicatie moet bijdragen aan meer transparantie in de uitvoering.
Beoordelingsmoment opzet of grove schuld
De Belastingdienst kan een vergrijpboete opleggen als het aan opzet of grove schuld is te wijten dat belasting, die op aangifte moet worden voldaan of afgedragen, niet of te laat is betaald. Opzet of grove schuld moet bestaan op het tijdstip waarop de verschuldigde belasting uiterlijk had moeten zijn betaald.
Uit een uitspraak van Hof Den Haag wordt volgens de Hoge Raad niet duidelijk of het hof de aanwezigheid van opzet of grove schuld heeft beoordeeld naar de tijdstippen waarop de belanghebbende elke maand uiterlijk de verschuldigde omzetbelasting moest voldoen. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd omdat deze berust op een onjuiste rechtsopvatting. Voor het geval het hof is uitgegaan van de juiste rechtsopvatting, is zijn oordeel ontoereikend gemotiveerd. Het hof heeft geen feiten en omstandigheden vastgesteld die zich voordeden op de tijdstippen waarop de belasting moest zijn betaald.
Volgens de Hoge Raad heeft het hof onvoldoende duidelijk gemaakt op grond van welke feiten en omstandigheden aan de vereisten voor opzet of grove schuld is voldaan en of die feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel vaststaan.
De Hoge Raad heeft de procedure verwezen naar Hof Amsterdam voor een nieuw onderzoek naar de vraag of terecht een boete is opgelegd.
Reactie plaatsen
Reacties