Nieuwsbrief 20 november 2025

Loonbelasting

Loon op loonlijst is belast, ook zonder uitbetaling

Een vader helpt zijn zoon met de opstart van diens bv. Hij staat op de loonlijst en de bv houdt loonheffing in. Echter, de vader ontvangt geen geld. De vader ontvangt alleen AOW en een klein pensioen. In zijn aangifte probeert de vader het loon weg te strepen. Hij vermeldt het loon, maar trekt datzelfde bedrag weer af als negatief resultaat uit overige werkzaamheden (row). Zijn redenering is dat hij het geld niet ontvangen heeft, waardoor dit geld niet voor hem telt.

De inspecteur schrapt het negatieve row en stelt de aanslag vast. Dan slaat de vlam in de pan, aangezien het inkomen van de vader te hoog is voor het ontvangen van toeslagen. Hij moet € 8.000 terugbetalen. De vader gaat in bezwaar. Hij stelt dat hij geen werkzaamheden heeft verricht. Het loon is hierdoor niet vorderbaar en ook niet inbaar. De accountant suggereert dat de vader afstand doet van zijn recht op loonbetaling, waardoor de vordering zal verdwijnen. De bv wil meewerken en een gecorrigeerde aangifte indienen, maar de inspecteur weigert. De belastbare feiten hebben zich voorgedaan.

Waarom faalt de constructie?

Het hof gaat in deze zaak systematisch te werk. Er bestaat een arbeidsovereenkomst en daarnaast heeft de vader een arbeidscontract. Er is verklaard dat de vader de onderneming feitelijk exploiteert. In het bezwaarschrift schrijft de vader dat hij zijn zoon helpt met de opbouw. Later probeert hij dat af te zwakken, maar hij staat op de loonlijst. Er is sprake van een dienstbetrekking waarvoor hij een arbeidsbeloning ontvangt. De bv heeft het loon in de loonaangiften opgenomen en loonheffing afgedragen. Cruciaal is dat de bv personeelskosten ten laste van de winst heeft gebracht. Uit de aanslag vennootschapsbelasting en de herziene aangifte blijkt dat het betwiste loon hier onderdeel van is.

Vorderbaar en inbaar

Het cruciale punt in deze zaak is of het loon vorderbaar of inbaar is. Hiervan is sprake, aangezien de vader op dit punt geen tegenargumenten heeft aangevoerd. Zijn enige argument is dat hij het geld niet heeft ontvangen vanwege zijn toeslagen, maar juridisch gezien doet dit er niet toe. Het loon staat op de loonlijst, de bv heeft het als kostenpost behandeld en de loonheffing is afgedragen. Hierdoor is het loon belast en het maakt daarbij niet uit dat de vader het geld nooit heeft ontvangen. Loon dat op de loonlijst staat en waarover loonheffing is afgedragen, is belast. 


Lees meer  
 

Inkomstenbelasting

De accountant die zijn eigen boeken niet op orde had

Wat gebeurt er als een registeraccountant zelf de regels aan zijn laars lapt? Deze vraag stond centraal in een zaak waarin een accountant via zijn bv's tonnen aan onzakelijke betalingen deed. De Belastingdienst rekent hem dit aan als verkapte winstuitdelingen.

Het web van vennootschappen

De accountant is enig aandeelhouder en bestuurder van twee bv's. Via deze vennootschappen betaalt hij tussen 2015 en 2018 ruim € 375.000 aan bedrijven van de zonen van een oom. De facturen spreken van 'consultancy' en 'waardebepalingen', maar concrete prestaties blijven uit. In 2019 valt de FIOD binnen bij de accountant. Later blijkt dit een onderdeel te zijn van een groter strafrechtelijk onderzoek naar een criminele organisatie en witwassen. De familieleden van de accountant staan in contact met veroordeelde criminelen. De accountant zelf wordt uiteindelijk strafrechtelijk veroordeeld voor valsheid in geschrift en gewoontewitwassen.

Geen prestatie, wel uitdeling

De Belastingdienst stelt zich op het standpunt dat de betalingen zonder tegenprestatie verkapte winstuitdelingen aan de accountant zijn. De inspecteur legt hem navorderingsaanslagen op, met correcties in box 2. Daar komen nog vergrijpboeten wegens opzet bovenop. De accountant probeert zich te verdedigen met de stelling dat hij is misleid en naïef te veel heeft betaald voor werkzaamheden. Het hof veegt dit verweer van tafel. Een registeraccountant die jarenlang tienduizenden euro's betaalt zonder enige tegenprestatie te ontvangen? Dat acht het hof volstrekt ongeloofwaardig.

Dubbele bewustheid bewezen

Voor een verkapte winstuitdeling moet sprake zijn van 'dubbele bewustheid'. Zowel de vennootschap als de aandeelhouder moet zich bewust zijn van de bevoordeling. Het hof oordeelt dat hiervan zonder twijfel sprake is. De accountant is immers de enige die namens beide bv's optreedt en hij moet hebben geweten dat de betalingen onzakelijk waren. Vooral het verhullen van de werkelijke aard van de betalingen weegt het hof zwaar. Vage factuuromschrijvingen en wisselende verklaringen over vermeende tegenprestaties. Het past allemaal in een patroon van bewuste misleiding. Voor iemand met de kennis en ervaring van een registeraccountant kan dit geen vergissing zijn.

Opzet buiten redelijke twijfel

De rechtbank heeft de vergrijpboeten vernietigd, maar het hof draait dit terug. De opzet van de accountant staat volgens het hof vast. Hij weet dat de betalingen geen zakelijke uitgaven zijn en heeft bewust onjuiste aangiften ingediend. De boeten van 30 procent van de nagevorderde belasting blijven grotendeels overeind. Dat de accountant mogelijk niet persoonlijk van de betalingen heeft geprofiteerd, doet er niet toe. Het hof benadrukt dat voor een uitdeling niet hoeft te worden aangetoond dat geld is teruggevloeid naar de aandeelhouder. Het enkele feit dat onzakelijke uitgaven ter bevrediging van persoonlijke behoeften zijn gedaan, volstaat. Van een registeraccountant mag worden verwacht dat hij de regels kent én naleeft. Juist daarom acht het hof de vergrijpboeten passend en geboden.


Lees meer  
 

Schade-uitkering na brand in box 1 of box 3?

Een man en zijn ex-echtgenote krijgen in 2016 te maken met een brand in hun woning, waardoor deze onbewoonbaar wordt. De verzekeringsmaatschappij stelt de schade aan de opstal vast. De man en zijn ex-echtgenote spreken af dat het box 3-vermogen voor 2018 uitsluitend bij de man in aanmerking wordt genomen. In hun aangiften nemen zij de schade-uitkering op als een 'nieuwbouwdepot' in box 1.

Volgens de inspecteur is niet voldaan aan de voorwaarden van de goedkeuring om het nieuwbouwdepot om praktische redenen in box 1 te plaatsen. Volgens dat besluit moet sprake zijn van een opgenomen lening waarvan het geld wordt geplaatst op een bankrekening die speciaal is geopend voor de nieuwbouw van de woning.

In hoger beroep oordeelt het hof dat de man met de enkele stelling dat sprake is van een nieuwbouwdepot niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan de voorwaarden voor de goedkeuring voldoet. De door de man verstrekte informatie en stukken zijn onvoldoende overtuigend. Omdat de bewijslast bij de man ligt, concludeert het hof dat de uitkering terecht in box 3 is belast.


Lees meer  
 

Vennootschapsbelasting

Omkering bewijslast voor bv die fiscale eenheid vergat aan te geven

Een moedermaatschappij (bv) van een fiscale eenheid vpb wordt uitgenodigd om aangifte over 2017 te doen. Als de aangifte uitblijft, stuurt de Belastingdienst meerdere herinneringen en uiteindelijk een aanmaning. Op de uiterste dag dient de bv een aangifte in, waarin zij een belastbare winst van nihil opgeeft. De benodigde gegevens over de fiscale eenheid ontbreken volledig in de aangifte. De vraag of aangifte wordt gedaan voor een fiscale eenheid is in de aangifte met 'Nee' beantwoord.

Vereiste aangifte

Als de vereiste aangifte niet is gedaan, heeft dat tot gevolg dat de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast wordt toegepast. De vereiste aangifte is (onder andere) niet gedaan als één of meer gebreken in de aangifte ertoe leiden dat de volgens de aangifte verschuldigde belasting aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. De vereiste aangifte is in de regel ook niet gedaan als in het ingediende aangiftebiljet een of meerdere vragen onbeantwoord of onjuist beantwoord zijn.

Omkering en verzwaring van de bewijslast 

Het niet-doen van de vereiste aangifte door een vraag onjuist te beantwoorden is van voldoende gewicht om de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast te rechtvaardigen. Door het niet-beantwoorden van deze vraag ontstaat namelijk de kans dat te weinig belasting wordt geheven, doordat de inspecteur niet op het spoor kan komen van de winstgegevens van de vennootschappen die behoren tot de fiscale eenheid. Verder heeft de bv bij het ondernemingsvermogen (begin en eind), de belastbare winst en het belastbaar bedrag, alsmede de activa en passiva en het saldo fiscale winstberekening uitsluitend nullen ingevuld en zijn er in het geheel geen gegevens van de tot de fiscale eenheid behorende vennootschappen overgelegd. Ook om deze reden heeft de bv de vereiste aangifte niet gedaan.

Redelijke schatting

De omkering en verzwaring van de bewijslast geven de inspecteur nog niet de mogelijkheid om naar willekeur correcties aan te brengen. De aanslagen moeten berusten op een redelijke schatting. Het hof oordeelt dat, gelet op de werkwijze van de inspecteur, de schatting niet onredelijk of willekeurig is vastgesteld.


Lees meer  
 

Overdrachtsbelasting

Drempel startersvrijstelling staat als een huis

Bij de verkrijging van een woning is het uitgangspunt dat overdrachtsbelasting moet worden betaald. De startersvrijstelling is een uitzondering op deze hoofdregel. Het is volgens de rechter iemands eigen verantwoording om zich tijdig op de hoogte te stellen wat daarvoor de voorwaarden zijn. Een van de voorwaarden is dat de waarde van de woning niet boven de woningwaardegrens uitkomt. De Belastingdienst is niet verplicht om deze grens voor toekomstige jaren op zijn website te zetten.

Een man en zijn partner sluiten in 2023 een koopovereenkomst voor een woning. Begin 2024 wordt de woning geleverd. De notaris doet aangifte overdrachtsbelasting, waarna het volledige bedrag wordt voldaan. De helft van deze belasting wordt toegerekend aan de man. De man maakt bezwaar tegen dit bedrag. Voor 2024 geldt een woninggrens van € 510.000. Als de Belastingdienst deze duidelijker had vermeld, bijvoorbeeld op de website, hadden zij nooit € 517.500 geboden. De inspecteur wijst dit bezwaar af.

De rechtbank oordeelt dat de woningwaardegrens wettelijk juist en tijdig is gepubliceerd, en dat het de verantwoordelijkheid van de man is om zich hierover te informeren. De woningwaardegrens is een drempelbedrag. Bij een verkrijging boven de drempel is overdrachtsbelasting verschuldigd over het gehele bedrag en niet slechts over het gedeelte waarmee de waarde van de verkrijging de drempel overtreft. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever bewust de afweging heeft gemaakt om duurdere verkrijgingen volledig te belasten met overdrachtsbelasting.


Lees meer  
 

Sociale verzekeringen

Maximum bijdrageloon en percentages Zorgverzekeringwet 2026 vastgesteld

De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het jaar 2026 vastgesteld op € 79.409. Dit bedrag is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen.

Het percentage aan IAB over het loon van werknemers (hoge percentage) daalt van 6,51 in 2025 naar 6,10 in 2026. Ook het percentage voor anderen dan werknemers (lage percentage) daalt, namelijk van 5,26 in 2025 naar 4,85 in 2026.


Lees meer  
 

Successiewet

Schenkbelasting terug na terugstorten tweede jubeltonschenking

Een zoon ontvangt in 2014 en 2018 twee schenkingen van zijn ouders voor zijn eigen woning. Beide partijen denken dat de tweede schenking ook belastingvrij is. De inspecteur legt echter een aanslag schenkbelasting op, omdat de vrijstelling maar eenmaal geldt. De zoon stort het geld terug. Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de schenking rechtsgeldig is vernietigd wegens wederzijdse dwaling en vermindert de aanslag naar nihil.

Twee keer dezelfde vrijstelling

De zoon ontvangt op 26 december 2014 van zijn ouders € 70.624 voor zijn eigen woning. De inspecteur verleent de eenmalig verhoogde vrijstelling (de jubelton). Op 24 december 2018 volgt een tweede schenking voor de eigen woning. Het totaal van beide schenkingen blijft nét onder de grens van € 100.000. In de aangifte doet de zoon opnieuw een beroep op de verhoogde vrijstelling. De inspecteur wijst dit af. De vrijstelling geldt slechts eenmalig. Hij legt een aanslag schenkbelasting op. De zoon stort vlak daarna het bedrag van de tweede schenking terug. Hij schrijft dat hij er niet in is geslaagd het geld aan het omschreven doel te besteden.

Voldoende aanknopingspunten voor wederzijdse dwaling

De zoon stelt dat de schenkingsovereenkomst is vernietigd wegens wederzijdse dwaling. Zowel hij als zijn ouders dachten dat beide schenkingen waren vrijgesteld. Volgens de Hoge Raad kan wederzijdse dwaling leiden tot een verplichting om de schenking ongedaan te maken. Dit kan tot vermindering van de aanslag leiden, tenzij het beroep op vernietiging is voorgewend. Het hof oordeelt dat de zoon voldoende aanknopingspunten voor wederzijdse dwaling heeft verschaft. De belastingadviseur van vader heeft op diens vraag geantwoord dat ook de tweede schenking zou zijn vrijgesteld. Het totale bedrag bleef nét onder € 100.000. In de aangifte is verzocht om toepassing van de verhoogde vrijstelling. Dit wijst erop dat partijen oprecht dachten dat de vrijstelling van toepassing was.

Geen voorwendsel ondanks snelle terugbetaling

De inspecteur stelt dat de vernietiging is voorgewend, omdat tussen de aanslag en de terugbetaling slechts korte tijd zit. Het hof volgt dit niet. Het bericht van de inspecteur maakte partijen duidelijk dat zij hadden gedwaald. Bovendien was de schenking nog niet besteed aan de verbouwing. De terugbetaling kort na de aanslag is onvoldoende om te oordelen dat de vernietiging is voorgewend. Met de brief en de terugbetaling heeft de zoon voldaan aan de vereisten voor wederzijdse dwaling. De schenkingsovereenkomst is rechtsgeldig vernietigd.


Lees meer  

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.