Nieuwsbrief 9 februari 2023

Algemeen

 

Behandeling wetsvoorstel afbouw salderingsregeling

Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling kleinverbruikers is een amendement ingediend. De minister voor Klimaat en Energie heeft zijn mening over het amendement gegeven in een brief aan de Kamer. Het amendement omvat de invoering van de verplichting voor energieleveranciers om overeenkomsten met een duur van ten minste één jaar tegen een vast tarief aan te bieden. Voor elektriciteit zou dit ook moeten gelden voor dag- en nachttarieven.

De minister heeft eerder aangekondigd dat hij in de wet een verplichting tot het aanbieden van een overeenkomst voor bepaalde tijd met vaste tarieven wil opnemen. Deze verplichting dient zorgvuldig uitgewerkt te worden. De keuze voor een overeenkomst met een bepaalde duur met vaste dag/nachttarieven is volgens de minister overbodig. Daarom ontraadt hij het amendement.


Lees meer  
 

Loonbelasting

 

Tegemoetkoming administratieve lasten fiets van de zaak en reiskostenvergoeding

Een werkgever kan aan zijn werknemers een fiets ter beschikking stellen. Als de fiets ook privé gebruikt mag worden, geldt een forfaitaire bijtelling bij het loon van 7% van de waarde inclusief omzetbelasting van de fiets. Voor reizen met een eigen vervoermiddel van de werknemer mag de werkgever een onbelaste vergoeding geven van € 0,21 per kilometer. Dat kan op declaratiebasis, maar ook in de vorm van een vaste reiskostenvergoeding. Om de vaste reiskostenvergoeding onbelast te kunnen geven, moet de werkgever aannemelijk maken op hoeveel dagen de werknemer in de regel met eigen vervoer naar het werk komt. Voor dagen waarop de werknemer met de ter beschikking gestelde fiets naar het werk komt mag geen onbelaste vergoeding worden gegeven. Wanneer de werknemer afwisselend met de fiets van de zaak of met eigen vervoer naar het werk komt, nemen de administratieve lasten voor de werkgever toe. Om de werkgever hierin tegemoet te komen heeft de staatssecretaris van Financiën de volgende toezegging gedaan.

Werkgever en werknemer kunnen afspraken maken over hoeveel dagen per week met eigen vervoer wordt gereisd en hoeveel dagen per week met de fiets van de zaak wordt gereisd. Op basis van deze afspraken kan een (vaste) onbelaste reiskostenvergoeding worden gegeven. De afspraken dienen te zijn afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de werknemer en voldoende realiteitswaarde te hebben. Een incidentele afwijking van deze afspraak leidt niet tot een aanpassing van de vergoeding. Deze vereenvoudiging zal worden opgenomen in de volgende uitgave van het Handboek Loonheffingen.


Lees meer  
 

Inkomstenbelasting

 

Terecht geen rechtsherstel verleend

Gezien de hoeveelheid bezwaren tegen de aanslagen inkomstenbelasting in box 3 zijn de afgelopen jaren steeds massaalbezwaarprocedures ingesteld. In deze procedures is collectief uitspraak op bezwaar gedaan.

De bezwaren van een belanghebbende tegen de aanslagen voor de jaren 2017 en 2018 vielen onder massaalbezwaarprocedures. De bezwaren zijn gesplitst in een individueel en een collectief deel. Alleen dat laatste viel onder de massaalbezwaarprocedure. De inspecteur heeft de individuele bezwaren voor beide jaren ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het tegen de uitspraken op bezwaar ingestelde beroep ongegrond verklaard. Hof Amsterdam heeft in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De vraag of de heffing in box 3 over de jaren 2017 en 2018 voor de belanghebbende een individuele en buitensporige last vormde heeft het hof ontkennend beantwoord. Het hof heeft vastgesteld dat de heffing ter zake van de bank- en spaartegoeden niet hoger is dan het behaalde rendement.

In het arrest van 20 mei 2022 heeft de Hoge Raad als regel geformuleerd dat de rechter vanaf de datum waarop in de massaalbezwaarprocedure een collectieve uitspraak is gedaan bij de behandeling van het individuele bezwaar de gevolgen van de collectieve uitspraak voor de belanghebbende in zijn oordeel kan betrekken. Uit dat arrest mag volgens de Hoge Raad niet worden afgeleid dat de rechter na de collectieve uitspraak op bezwaar steeds gehouden is de gevolgen daarvan zelfstandig te bepalen en daarmee vooruit te lopen op een nog te nemen individuele verminderingsbeslissing. Uit dat arrest volgt evenmin dat de rechter, in die gevallen waarin hij finale beslechting van het geschil niet mogelijk acht, gehouden is zijn uitspraak pas te doen nadat partijen zich over de gevolgen van de collectieve uitspraak en de daarop gebaseerde individuele verminderingsbeslissing hebben kunnen uitlaten.

Als de rechter aanknopingspunten vindt om aan te nemen dat het te bieden rechtsherstel niet tot een andere beoordeling van de individuele buitensporige last verplicht, staat het de rechter vrij zich te beperken tot een oordeel over de individuele buitensporige last. Het oordeel van Hof Amsterdam en de overwegingen waarop dat oordeel berust, geven niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.


Lees meer  
 

Beroep op kerstarrest bij verzoek ambtshalve vermindering

Hof Amsterdam heeft onlangs een uitspraak gedaan in een zaak over een afgewezen verzoek om ambtshalve vermindering van een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2017. De belanghebbende heeft na het verstrijken van de bezwaartermijn een bezwaarschrift ingediend, dat door de inspecteur als een verzoek om ambtshalve vermindering is behandeld. Het bezwaar betrof de heffing in box 3. De strekking van het bezwaar was dat de heffing in box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het bijbehorende Eerste Protocol (EP). Het bezwaar is geruime tijd voor het befaamde kerstarrest van de Hoge Raad ingediend.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering gegrond verklaard. Volgens de rechtbank kwam de belanghebbende in aanmerking voor rechtsherstel gezien het kerstarrest van de Hoge Raad.

In hoger beroep heeft Hof Amsterdam geoordeeld dat de inspecteur terecht het verzoek om ambtshalve vermindering heeft afgewezen. Door het verstrijken van de bezwaartermijn is de opgelegde aanslag IB 2017 onherroepelijk geworden. Het kerstarrest is gewezen toen de aanslag al geruime tijd vaststond. Ambtshalve vermindering van een aanslag inkomstenbelasting hoeft niet te worden verleend als de onjuistheid van de aanslag voortvloeit uit nieuwe jurisprudentie. De Hoge Raad heeft dat bevestigd in zijn arrest van 20 mei 2022.

Het hof is van oordeel dat de door de belanghebbende gestelde onjuistheid van de aanslag volgt uit nieuwe jurisprudentie. Volgens het hof hoefde de inspecteur niet ambtshalve te verminderen vanwege de stelling van de belanghebbende dat de in box 3 van hem geheven belasting meer beloopt dan zijn daadwerkelijk behaalde rendement. De belastingheffing is volgens het hof niet in strijd met de Grondwet, met enige bepaling van internationaal recht over gelijke behandeling of het gelijkheidsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.


Lees meer  
 

Arbeidsrecht

 

Duur arbeidsovereenkomst

Een procedure voor de rechtbank ging over de vraag of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd tot stand was gekomen. Als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gold, was de vervolgvraag of de werkgever deze rechtsgeldig heeft opgezegd.

Bij zijn indiensttreding kreeg de werknemer een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar aangeboden. Daarbij werd hem de toezegging gedaan dat bij goed functioneren de arbeidsovereenkomst zou worden voortgezet voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst werd echter met een jaar verlengd. Na afloop van het tweede jaar heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst niet voortgezet.

De werknemer meende dat vanwege zijn goede functioneren een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand was gekomen, die door de werkgever in strijd met de wet is opgezegd. Volgens de werkgever zijn in het eerste jaar van de arbeidsovereenkomst meerdere gesprekken over zijn functioneren met de werknemer gevoerd. Omdat het functioneren van de werknemer niet goed genoeg was, is hem geen contract voor onbepaalde tijd aangeboden maar een contract voor een jaar.

Volgens de rechtbank is geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan. De werkgever heeft schriftelijk bevestigd dat de arbeidsovereenkomst voor één jaar is verlengd. De werknemer bestreed niet dat in gesprekken over zijn functioneren diverse ontwikkelpunten zijn aangegeven en dat de werkgever concrete actie van hem verwachtte om zijn functioneren te verbeteren. Omdat het functioneren van de werknemer in het tweede jaar onvoldoende is verbeterd, heeft de werkgever besloten het dienstverband niet voort te zetten. De werknemer heeft onvoldoende concrete feiten en omstandigheden aangevoerd om zijn stelling dat hij wel goed functioneerde nader te onderbouwen. Het enkele feit dat aan hem de jaarlijkse periodiek is toegekend en dat in de verlengingsbrief staat dat men uitkijkt naar een prettige voortzetting van de samenwerking vond de rechtbank onvoldoende om te concluderen dat in het tweede jaar is voldaan aan de voorwaarde van goed functioneren.


Lees meer  
 

Onroerende zaken

 

Twee glastuinbouwlocaties vormen geen samenstel voor WOZ

Voor de toepassing van de Wet WOZ wordt een samenstel van twee of meer eigendommen als één onroerende zaak aangemerkt. Voorwaarde is dat deze bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en bij elkaar behoren. In het Schipholarrest heeft de Hoge Raad overwogen dat voor een samenstel bepalend is of de eigendommen een geografisch samenhangend geheel vormen en voor één organisatorisch doel worden aangewend. De vraag of derden een samenhang kunnen waarnemen kan een belangrijke rol spelen bij de beoordeling of sprake is van een samenstel voor de Wet WOZ.

De exploitant van een kwekerij voor pot- en groenteplanten is eigenaar van twee glastuinbouwlocaties. Het productieproces van de planten vindt op beide onroerende zaken plaats. Het personeel is (deels) op beide locaties werkzaam. De afstand tussen de locaties over de weg bedraagt meer dan twee kilometer. Tussen de locaties liggen meerdere andere bedrijven en woningen. Volgens de rechtbank en Hof Den Haag horen de locaties niet zonder meer bij elkaar en is van een samenstel geen sprake.

De uiterlijke kenmerken, waaruit blijkt dat de locaties bij dezelfde onderneming in gebruik zijn, maken gezien de onderlinge afstand niet dat de samenhang tussen de locaties voor derden redelijkerwijs waarneembaar is. De locaties zijn afzonderlijk van elkaar verkoopbaar. Bij de waardebepaling en waardevaststelling zijn terecht twee afzonderlijke objecten onderscheiden.


Lees meer  
 

Sociale verzekeringen

 

Afkoopgrens klein pensioen

Pensioenuitvoerders hebben het recht om kleine pensioenaanspraken af te kopen. Dat is vastgelegd in de Pensioenwet en in de Wet verplichte beroepspensioenregeling. De afkoopgrens wordt ieder jaar aangepast aan de Consumentenprijsindex Alle Huishoudens (CPI). Met ingang van 1 januari 2023 bedraagt de afkoopgrens voor een klein pensioen € 594,89.


Lees meer  
 

Subsidies

 

Aanpassing STAP-budget

De minister van SZW heeft de regeling STAP-budget aangepast om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. Opleiders moeten verklaren dat de door hen opgevoerde scholingsactiviteiten voldoen aan de voorwaarden van de regeling. Er geldt een begrenzing van 300 toekenningen per opleiding van één opleider per kalenderjaar. Na iedere aanvraagperiode worden de gekozen scholingsactiviteiten, het aantal subsidies en het totale subsidiebedrag per scholingsactiviteit openbaar gemaakt. Er wordt voortaan vooraf gecontroleerd of opleidingen van opleiders met een keurmerk voldoen aan de voorwaarden van STAP. De minister van SZW heeft de bevoegdheid om opleidingen en opleiders bij misbruik uit te sluiten van het STAP-budget.

Zoals eerder aangekondigd kan vanaf 28 februari het STAP-budget worden aangevraagd.

Per 1 mei 2023 wordt de scholingsdefinitie aangepast. Alleen scholing met een vooraf vastgesteld programma, waaraan een docent is verbonden en waarbij de opgedane kennis en vaardigheden worden getoetst, komen dan nog voor het STAP-budget in aanmerking.


Lees meer  
 

Formeel recht

 

Bewijs voor vergrijpboete

Tegelijk met een navorderingsaanslag inkomstenbelasting heeft de Belastingdienst een vergrijpboete opgelegd aan een belastingplichtige. In de procedure over de navorderingsaanslag heeft Hof Amsterdam over het beboetbare feit geoordeeld dat de inspecteur terecht opzet ten grondslag heeft gelegd aan de boete. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het hof ongegrond verklaard zonder verdere motivering.

De Advocaat-Generaal (A-G) heeft op een ambtshalve bijgebrachte grond geconcludeerd tot vernietiging van het oordeel van het hof over de boete. Volgens de A-G is het hof ervan uitgegaan dat voor een boete de normale bewijsmaatstaf ‘aannemelijk maken’ geldt. Gelet op een arrest van de Hoge Raad van 8 april 2022 is dat niet juist. De Hoge Raad heeft in dat arrest overwogen dat bij de beantwoording van de vraag of het bewijs met betrekking tot een bestanddeel van een beboetbaar feit is geleverd, de waarborgen van het EVRM in acht dienen te worden genomen. Die waarborgen brengen onder meer mee dat de bewijslast op de inspecteur rust en dat de belanghebbende in geval van twijfel het voordeel van die twijfel moet worden gegund. Dit betekent dat de aanwezigheid van een bestanddeel van een beboetbaar feit alleen kan worden aangenomen als de daarvoor vereiste feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel zijn komen vast te staan. Deze maatstaf stemt overeen met de in fiscale wetgeving voorkomende formulering “doen blijken”, die inhoudt dat de desbetreffende feiten en omstandigheden overtuigend moeten worden aangetoond.

De Hoge Raad ziet geen aanleiding om het standpunt van de A-G te volgen. Volgens het hof was buiten redelijke twijfel dat het aan (voorwaardelijke) opzet van de belanghebbende te wijten is dat te weinig belasting is geheven. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat het hof ook heeft overwogen dat aannemelijk is geworden dat de belanghebbende aanzienlijke bedragen aan inkomsten heeft genoten, dwingt niet tot een ander oordeel. Die overweging ziet niet op de vraag of (voorwaardelijke) opzet aanwezig is, maar op de vraag of de belanghebbende inkomsten heeft genoten die niet in de aangifte zijn vermeld. De Hoge Raad merkt op dat vanwege de verzwaarde bewijslast het gebruik van het woord ‘aannemelijk’ hier niet past, maar gaat ervan uit dat het hof heeft bedoeld dat buiten redelijke twijfel vaststaat dat de aanslag op een te laag bedrag is vastgesteld.


Lees meer  
 

Bewijs boete niet geleverd

De Belastingdienst kan een vergrijpboete opleggen aan een belastingplichtige als het aan zijn opzet of grove schuld te wijten is dat een belastingaanslag te laag is vastgesteld. De bewijslast voor opzet of grove schuld rust op de Belastingdienst. Voor het bewijs mag gebruik worden gemaakt van vermoedens als daardoor de bewijslast niet wordt verschoven naar de belastingplichtige. Het vermoeden moet redelijkerwijs voortvloeien uit de aanwezige bewijsmiddelen. Anders dan in het strafrecht hoeft geen wettig en overtuigend bewijs te worden geleverd van de opzet of grove schuld.

Naar aanleiding van een FIOD-onderzoek naar fraude met kwitanties voor giften aan ANBI’s heeft de Belastingdienst bij het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting een vergrijpboete opgelegd. Over de boete volgde een procedure. De inspecteur diende de gestelde voorwaardelijke opzet van de belastingplichtige te bewijzen.

De inspecteur wees op de uitgevoerde onderzoeken en de daarin vastgestelde handel in valse giftkwitanties van de ANBI. Hof Den Haag was van oordeel dat de door de inspecteur aangevoerde feiten en omstandigheden betrekking hadden op de ANBI en niet op de belastingplichtige. Volgens het hof rechtvaardigt hetgeen de inspecteur heeft aangevoerd niet het vermoeden dat de belastingplichtige bewust gebruik heeft gemaakt van een valse giftkwitantie of dat hij zich ervan bewust is geweest dat de aangifte voor wat betreft de giftenaftrek onjuist was. De inspecteur is er niet in geslaagd het vereiste bewijs te leveren. Het hof heeft daarom de boetebeschikking vernietigd.


Lees meer  
 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.